Groeningestraat 33
B-8500 Kortrijk
T +32 (0) 56 24 15 44
F +32 (0) 56 20 05 25

pieterdewaele@dsda.be

Afsluitingen en beplantingen: vraag en antwoord

Gepost op:

Ik wil een afsluiting plaatsen. Waar moet ik rekening mee houden?

Wat de afsluitingen betreft, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen levende en niet-levende afsluitingen.

Afsluitingen van niet-levende materialen (vb. houten panelen, een stenen muurtje) mogen tot op de uiterste grens van de eigendom worden geplaatst.

Afsluitingen kunnen ook bestaan uit levende materialen (vb. een haag). Levende hagen die tussen twee eigendommen staan worden vermoed toe te behoren aan beide eigenaars (dit noemt een gemene haag), tenzij het tegendeel wordt bewezen.

Wanneer u een niet-gemene haag wenst aan te planten, moet u dit doen op ten minste 50 centimeter van de scheidingslijn.

Belangrijk is op te merken dat indien u een draadafsluiting wenst te plaatsen die u met een klimplant (vb. klimop) wil laten begroeien, u eveneens een afstand van 50 centimeter dient in acht te nemen.

Om de niet-gemene muur of haag nadien te kunnen snoeien, mag u het erf van uw buur betreden. Ingeval de buur dit weigert, mag u toch het erf betreden, zij het op de minst beschadigbare plaats. Eventuele schade die u daarbij zou veroorzaken, dient u wel te vergoeden.

Wat betreft de hoogte van de te plaatsen afsluiting, dient u steeds rekening te houden met de verkavelingsvoorschriften en/of gemeentereglementen.

Een afsluiting mag dus nooit op de perceelsgrens geplaatst worden?

Indien u met uw buren overeenkomt, kan een gemene (levende of niet-levende) afsluiting toch op de perceelsgrens geplaatst worden.

Een gemene afsluiting moet op gemeenschappelijke kosten onderhouden worden. Elke buur heeft wel het recht om afstand te doen van zijn aandeel in de gemeenschappelijke muur. U moet daarbij dan wel toestaan dat uw buur op uw erf mag komen om de gemeenschappelijke muur aan uw kant te onderhouden.

Tenslotte dient aangestipt te worden dat elke buur op elk moment het recht heeft om de gemene haag te verwijderen tot aan de grens van zijn eigendom, onder verplichting om op die grens een muur te bouwen.

Mag ik bomen of struiken tot tegen de perceelsgrens planten?

Wat de bomen en struiken betreft, dient een onderscheid gemaakt te worden tussen hoog- en laagstammige soorten.

Vroeger werd het hoogstammig karakter bepaald door de soort, ongeacht de daadwerkelijke hoogte. Op vandaag is men vaker van mening dat de soort van de boom of struik niet telt, wel de feitelijke hoogte en de toegelaten ontwikkeling van de aanplanting. Uiteindelijk blijft het een feitenkwestie waar de rechter een grote appreciatiebevoegdheid heeft.

Laagstammige bomen en struiken moeten op minstens vijftig centimeter van de scheidingslijn geplant worden, hoogstammige bomen op minstens twee meter.

Mijn buurman houdt zich niet aan voormelde regels. Wat kan ik doen?

Indien wordt vastgesteld dat bomen, hagen of struiken op een kortere afstand zijn geplant dan de wet bepaalt, kan de rooiing ervan geƫist worden voor het bevoegde Vredegerecht.

De boom van mijn buurman is zodanig groot geworden dat de takken overhangen op mijn perceel. Wat kan ik doen?

Indien u vaststelt dat er takken van bomen van uw buur over de perceelsgrens hangen, kan u uw buur verplichten om die takken te snoeien. In eerste instantie kan u dit in der minne proberen te regelen, desnoods kan u zich daarvoor tot de bevoegde Vrederechter wenden. Dit recht is onverjaarbaar.

En wat met doorschietende wortels?

Als er wortels van een boom van de buren doorschieten op uw perceel, mag u ze zelf weghakken. U heeft daarvoor geen toestemming van de buur nodig. Ook dit recht is onverjaarbaar.

Mag ik appels plukken van een appelboom waarvan de takken overhangen op mijn stuk grond?

Indien er vruchten aan overhangende takken groeien, mag u deze niet zomaar plukken. Zolang zij aan de takken hangen, behoren zij de eigenaar van de boom toe. Slechts wanneer de vruchten op uw erf vallen, worden ze uw eigendom.

Nota bene: de bovenstaande toelichting is gebaseerd op de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer van voor de inwerkingtreding van het nieuw boek 3 "Goederen" in het Burgerlijk Wetboek op 21 september 2021.

Pieter Dewaele