Groeningestraat 33
B-8500 Kortrijk
T +32 (0) 56 24 15 35
F +32 (0) 56 20 05 25

geertsoetaert@dsda.be

Het Europees betalingsbevel

Gepost op:

Betalingsachterstand is een belangrijke oorzaak van insolventie en bedreigt het voortbestaan van vooral kleine en middelgrote bedrijven. Een snelle invordering van niet-betwiste schulden is dan ook van het grootste belang voor het bedrijfsleven. Niet geharmoniseerde regelgeving in de lidstaten van de Europese Unie belemmerde echter de invordering ten aanzien van buitenlandse debiteuren.

Het Europees betalingsbevel

Met de Europese Verordening nr. 1896/2006 van 12.12.2006 werd een Europese betalingsbevelprocedure in het leven geroepen. Door deze procedure worden grensoverschrijdende invorderingen van niet-betwiste schuldvorderingen vereenvoudigd, versneld en goedkoper gemaakt.

Dankzij deze procedure kan de rechtbank van een lidstaat van de Europese Unie een betalingsbevel uitvaardigen dat in de andere lidstaten (met uitzondering van Denemarken) wordt erkend en ten uitvoer gelegd zonder dat een uitvoerbaarverklaring vereist is en zonder de mogelijkheid van verzet tegen de erkenning.

Wanneer?

De procedure kan gebruikt worden voor burgerlijke en handelsgeschillen waarin minstens één van de partijen in een andere EU-lidstaat is gevestigd dan die van het aangezochte gerecht. Het moet gaan om geldelijke vorderingen.

Waar?

Het Europees unierecht bepaalt de territoriaal bevoegde rechter (behalve bij vorderingen ten aanzien van consumenten die steeds in de lidstaat van diens woonplaats moeten worden ingesteld).

Voor de internationale koop van roerende goederen is de rechter bevoegd van de plaats waar de goederen (hadden) moeten worden geleverd. Voor de internationale dienstverlening is de rechter bevoegd van de plaats waar de dienst volgens het contract werd geleverd of had moeten worden geleverd.

Partijen zijn echter in ruime mate vrij om de bevoegde rechter aan te duiden in hun overeenkomsten, via een bevoegdheidsbeding of forumclausule.

Daarnaast moet het verzoek worden gericht aan de materieel bevoegde rechter (in België: het vredegerecht, de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel of de arbeidsrechtbank).

Hoe?

De procedure bestaat uit verschillende stappen. Per stap dient een standaardformulier ingevuld te worden (formulier A tot G) dat in elektronische versie en in alle talen beschikbaar is op de website van de Europese Commissie.

De procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift (= formulier A) dat naar de bevoegde rechtbank wordt gestuurd. Het verzoekschrift moet niet ondertekend worden door een advocaat zodat in principe de schuldeiser dit zelf kan doen (al kan het bepalen van de materiële en territoriale bevoegdheid van de rechter een struikelblok vormen).

Het gerecht waarbij het verzoek is ingediend, onderzoekt of de ontvankelijkheidvoorwaarden voldaan zijn en of het verzoek gegrond is. Ze kan de eiser vragen het verzoek aan te vullen of te corrigeren (formulier B). Het gerecht kan het verzoek ook zelf wijzigen (formulier C) en het opnieuw ter goedkeuring voorleggen aan de eiser. In geval het verzoek door het gerecht wordt afgewezen, ontvangt de eiser het formulier D met een motivatie van de afwijzing.

Wordt het verzoek aanvaard, dan moet het gerecht binnen de 30 dagen na de indiening een Europees betalingsbevel uitvaardigen. Het gerecht stuurt beide betrokken partijen via gerechtsbrief een betalingsbevel (formulier E) en informeert de verweerder over zijn opties: hij kan het bevel aanvaarden of verzet aantekenen.

De verweerder kan binnen de 30 dagen verzet aantekenen door het formulier F terug te sturen naar het gerecht dat het betalingsbevel uitvaardigde. De verweerder moet zijn verzet niet motiveren. Bij verzet wordt het geschil voor het bevoegde gerecht van de lidstaat van de eiser voortgezet volgens het gewone nationale procesrecht.

Eenmaal de termijn waarbinnen de verweerder verzet kan aantekenen is verstreken, verklaart het gerecht het Europees betalingsbevel uitvoerbaar door middel van het formulier G dat naar de eiser gestuurd wordt. Het Europees betalingsbevel kan dan niet meer betwist worden en heeft dezelfde bindende kracht als een gewoon vonnis. Het bevel word in de andere lidstaten van de Europese Unie erkend en ten uitvoer gelegd.

Conclusie

Het Europees betalingsbevel is een nuttig maar relatief onbekend schuldvorderingsinstrument.

De procedure verloopt volledig schriftelijk aan de hand van gratis ter beschikking gestelde standaardformulieren. In veel gevallen is er geen enkel verweer, zodat de schuldeiser twee maanden na zijn verzoek een uitvoerbaar bevel tot betalen verkrijgt en de buitenlandse debiteur kan dwingen tot betaling van de niet-betwiste schuldvordering.

Snel, eenvoudig, en goedkoop, zoals door de Europese wetgever beloofd.

Als de debiteur de betaling echter niet ‘vrijwillig’ uitvoert, moet men toch een buitenlandse gerechtsdeurwaarder inschakelen om de betaling af te dwingen. De ervaring leert dat dit bevel niet in alle lidstaten even gekend is en dat de gerechtsdeurwaarder in sommige gevallen (lees: landen) de facto weigert het betalingsbevel uit te voeren.