Groeningestraat 33
B-8500 Kortrijk
T + 32 (0) 56 24 15 40

willemwittouck@dsda.be

Het nieuw huwelijksvermogensrecht (uitgebreid)

Gepost op:

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht

INLEIDING - Op 1 september 2018 is het nieuwe huwelijksvermogensrecht in werking getreden. De nieuwe wetgeving zorgt naast een aantal verduidelijkingen ook voor een aantal kleine juridische wijzigingen die belangrijke gevolgen kunnen hebben. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

GEEN WIJZIGING EERDER GEMAAKTE AFSPRAKEN - Dit deel bespreekt de wijzigingen voor mensen die nog niet getrouwd zijn voor 1 september 2018 en die geen huwelijkscontract hadden voor 1 september 2018. In een huwelijkscontract is het doorgaans mogelijk om af te wijken van de veranderingen die het nieuwe recht met zich meebrengt. De afspraken bij de notaris van huwelijken en huwelijkscontracten voor 1 september 2018 veranderen niet door de nieuwe wet. Zijn er vooraf geen afspraken gemaakt, dan kan het zijn dat de nieuwe regels toch van toepassing zijn.

De nieuwe wet heeft geen invloed op echtscheidingsprocedures die werden opgestart voor 1 september 2018.

Regels van toepassing ongeacht het gekozen stelsel

BEWIJS – De nieuwe wet maakt duidelijk dat echtgenoten met alle middelen kunnen bewijzen of iets van een echtgenoot alleen is of van de twee echtgenoten samen. Het maakt geen verschil of het nu gaat om een auto, een lening, een woning, enz.

Deze bewijsregeling houdt in dat echtgenoten geen schriftelijk document nodig hebben om te bewijzen dat iets van één van de echtgenoten is of van de echtgenoten samen. De echtgenoot die iets wil bewijzen kan dit doen met getuigen, vermoedens, enz. Deze regel geldt ook voor huwelijken die zijn aangegaan voor 1 september 2018.

Voorbeeld: Eric heeft een rekening waarop € 2.500 staat. Alles wat op deze rekening staat is van Luc alleen. Uit liefde voor zijn vrouw Nancy geeft hij haar € 1.000 van zijn erfenis. Eric en Nancy hebben niets op papier gezet. Na 1 jaar scheiden Nancy en Erik. Eric wil nu zijn geld terug. Nancy hoeft geen papier voor te leggen om te bewijzen dat dit geld van haar is. Nancy kan bijvoorbeeld beroep doen op de buurvrouw die erbij was toen Eric aan Nancy het geld gaf.

PREFERENTIËLE TOEWIJZING – De nieuwe wet heeft de regeling van de zogenaamde ‘preferentiële toewijzing’ aangepast. Deze preferentiële toewijzing houdt in dat een echtgenoot omwille van specifieke redenen aan de rechter kan vragen dat hij de voornaamste gezinswoning zal krijgen nadat het huwelijk werd beëindigd.

Ten eerste zegt de nieuwe wet dat wanneer echtgenoten samen rechten hebben op de gezinswoning dat zij dit kunnen vragen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de echtgenoten samen eigenaar zijn of samen de gezinswoning huren. Het doet er niet toe wie voor hoeveel procent eigenaar is. Zo speelt de regel ook wanneer de ene echtgenoot voor 80% eigenaar is en de ander slechts voor 20%.

Het is wel vereist dat alleen de echtgenoten rechten hebben op de gezinswoning. Wanneer de woning bijvoorbeeld eigendom is van de echtgenoten en hun kinderen, dan geldt de regel niet.

Ten tweede maakt de nieuwe wet nu ook duidelijk dat echtgenoten die gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen dit ook kunnen vragen.

Ten derde is men niet langer verplicht om alleen de voornaamste gezinswoning en de inboedel (meubels, inrichting, etc.) te vragen. De vragende partij mag kiezen voor de voornaamste gezinswoning, of enkel de inboedel of de inboedel en de voornaamste gezinswoning samen.

Deze regel geldt ook voor huwelijk die zijn aangegaan voor 1 september 2018.

HELING – De regels van heling zijn ook uitgebreid. Heling houdt in dat echtgenoten zaken pogen verborgen te houden voor de andere echtgenoot bij de echtscheiding. Bvb. als de ex-echtgenoten voor de notaris bijvoorbeeld doelbewust niet al hun bankrekeningen opgeven. De sanctie hiervoor is dat de echtgenoot die zaken achterhoudt geen rechten meer heeft op wat hij heeft achtergehouden. De bankrekeningen die werden achtergehouden zullen dus aan de andere ex-echtgenoot worden overgedragen.

De nieuwe wet verduidelijkt dat deze regels ook spelen in het stelsel van scheiding van goederen en dat deze regels eveneens spelen voor alle zaken waarop de echtgenoten samen rechten hebben (bijvoorbeeld samen een woning in eigendom hebben). Het is wel noodzakelijk dat dan alleen de echtgenoten rechten hebben op die zaken.

Deze regel geldt ook voor huwelijk die zijn aangegaan voor 1 september 2018.

Het wettelijk stelsel

(WEDER)BELEGGING - Op het vlak van (weder)belegging van roerende goederen (zoals een auto, fiets, laptop, enz.) is de wetgeving soepeler geworden. (Weder)belegging houdt in dat een echtgenoot iets koopt met gelden die alleen van hem/haar zijn. De gekochte zaak is dan alleen van de kopende echtgenoot en niet van de twee echtgenoten samen.

De nieuwe wet versoepelt dit systeem. Er is vanaf 1 september al sprake van (weder)belegging van zodra de aankoop van het roerend goed voor meer dan de helft betaald wordt met eigen geld. Dit was in het vorige huwelijksvermogensrecht niet mogelijk. Het goed moest volledig gefinancierd worden door geld dat alleen van de kopende echtgenoot is. Een voorbeeld kan dit verduidelijken.

Nancy en Eric zijn getrouwd op 3 september. Eric wil zijn moto van voor het huwelijk verkopen om een wagen te kopen van zijn vriend aan een vriendenprijsje. De verkoop van de moto levert Eric nog € 2.500 op. De auto die Eric wil kopen kost € 4.300. In het oude recht kon Eric de auto niet voor zichzelf kopen. Eric kan immers het totaalbedrag van de auto niet met zijn eigen geld betalen. In het nieuwe recht kan Eric wel een auto voor zichzelf kopen. Hij kan immers meer dan de helft van de prijs van de wagen betalen met zijn eigen geld. (In dit voorbeeld wordt geen rekening gehouden met regels die de wagen toch nog gemeenschappelijk aan beide echtgenoten zouden kunnen maken.)

Indien het totaalbedrag niet met het geld van Eric wordt betaald, dan moet Eric op het einde van het huwelijk nog een vergoeding betalen. De auto is immers gekocht met het geld dat Eric en Nancy samen hebben. Eric zal Nancy een deel moeten vergoeden omdat hij geld van hen samen voor zichzelf heeft gebruikt.

Deze regel geldt ook voor huwelijken voor 1 september 2018, maar alleen voor zaken die aangekocht werden na 1 september 2018.

SCHADEVERGOEDINGEN - Vergoedingen die een echtgenoot krijgt voor lichamelijke of psychische letsels worden nu in de wet geregeld.

De schadevergoeding die een echtgenoot krijgt, moet opgesplitst worden in verschillende onderdelen.

De vergoeding voor het inkomensverlies, de huishoudelijke ongeschiktheid en de gemaakte kosten (materiële en medische kosten) komen toe aan beide echtgenoten samen. Het inkomen wordt immers gedeeld tussen de echtgenoten en de echtgenoten moeten samen bijdragen in het huishouden en de medische kosten.

De morele schadevergoeding of vergoeding voor het fysiek letsel die een echtgenoot krijgt, zal alleen voor de gekwetste echtgenoot zijn.

Eric wordt omvergereden door een camion. Hij overleeft het ongeval. Eric krijgt een schadevergoeding van €10.000.

De ziekenhuiskosten lopen op tot € 1.000. Die € 1.000 is voor Eric en Nancy samen. Eric krijgt € 4.000 omdat hij niet meer kan gaan werken. Ook dit is voor Eric en Nancy samen. Eric krijgt nog € 2.500 morele schadevergoeding. Deze vergoeding is voor Eric alleen. Vervolgens krijgt Eric nog eens € 2.500 omdat hij sinds het ongeval voor 5 jaar hoofdpijn zal hebben tijdens zijn herstel. Ook deze vergoeding is alleen voor Eric.

Deze regel geldt ook voor huwelijken voor 1 september 2018, maar alleen voor vergoedingen die een echtgenoot krijgt na 1 september 2018.

OPZEGVERGOEDING EN ANDERE UITKERINGEN – De nieuwe wet regelt nu ook specifiek opzeggingsvergoedingen en andere uitkeringen waarop een echtgenoot recht heeft na het einde van zijn arbeidsovereenkomst omwille van bijvoorbeeld ontslag of ziekte. Alleen de vergoeding die bedoeld is voor de periode tijdens het huwelijk is voor beide echtgenoten. De vergoeding voor de periode na het einde van het huwelijk is enkel voor de echtgenoot die recht heeft op de vergoeding.

Stel Eric wordt ontslagen op 8 december. De opzeggingsvergoeding moet een periode van 1 jaar dekken. Eric en Nancy zijn gescheiden op 14 februari. Het deel van de opzeggingsvergoeding van Eric van 8 december tot 14 februari is voor Eric en Nancy samen. Het deel van de vergoeding voor na 14 februari is alleen voor Eric.

HET HUWELIJK EN DE ONDERNEMING - De nieuwe wetgeving laat zich ook voelen bij goederen die een echtgenoot nodig heeft bij het uitoefenen van zijn beroep of het beheren van zijn vermogen. De regels zijn ook van toepassing op huwelijken voor 1 september 2018. De regels zijn echter pas van toepassing op aandelen, beroepsgoederen en cliënteel die een echtgenoot krijgt/koopt na 1 september 2018.

  1. De aandelen op naam van een echtgenoot die voor meer dan 50% zijn betaald met gemeenschappelijk geld is van de echtgenoot op wiens naam de aandelen staan. Het moet gaan om aandelen van een besloten vennootschap met beperkte overdraagbaarheid (zoals een bvba) of om een vennootschap waarin enkel die echtgenoot zijn professionele activiteit als zaakvoerder of beheerder uitoefent (zoals een managementvennootschap). Het recht om als eigenaar te handelen en de lidmaatschapsrechten (bijv. stemrecht) verbonden aan de aandelen komen toe aan de echtgenoot op wiens naam de aandelen staan. De geldwaarde is van beide echtgenoten. Bij de ontbinding van het stelsel wordt de waarde van de aandelen in aanmerking genomen voor de vereffening-verdeling bij de ontbinding van het huwelijk (bijvoorbeeld door echtscheiding of overlijden). De voorgaande regeling is niet van toepassing indien de echtgenoot de aandelen heeft gekregen als loon. De regeling geldt ook niet als het gaat om andere vennootschappen zoals bijvoorbeeld een nv. De regeling geldt evenmin wanneer de aandelen zijn ingeschreven op naam van beide echtgenoten of als de echtgenoten samen de managementvennootschap besturen. In deze gevallen worden de aandelen ook geschat op moment van de verdeling van wat van de echtgenoten samen is (en niet op het moment van ontbinding van het huwelijk). Bvb. Eric en Nancy zijn getrouwd op 3 september 2018. Eric werkt als timmerman en brengt zijn activiteiten onder in een bvba. De echtgenoten zorgen samen dat er voldoende startkapitaal in de bvba zit. De aandelen die dat kapitaal vertegenwoordigen staan op naam van Eric. Wanneer Eric en Nancy scheiden, gaan de aandelen naar Eric, maar Eric zal wel een vergoeding moeten betalen aan de gemeenschappelijke rekening.
  2. Het nieuwe recht heeft de regeling voor beroepsgoederen gevoelig uitgebreid. Beroepsgoederen die worden gebruikt voor een beroep dat niet door de twee echtgenoten samen wordt uitgeoefend zijn alleen van de echtgenoot die dat beroep uitoefent. Vanaf 1 september geldt dit voor alle soorten beroepsgoederen. Zo kan bijvoorbeeld een loods of software ook als een beroepsgoed worden beschouwd die alleen toebehoort aan de echtgenoot die dat beroep uitoefent. Ook de vergoeding die de beroepsactieve echtgenoot moet betalen na het huwelijk is veranderd. Indien de beroepsgoederen gekocht werden met gemeenschappelijk geld moet de waarde van de beroepsgoederen op het moment van het stopzetten van het huwelijk vergoed worden aan de gemeenschappelijke rekening tussen de echtgenoten. Een voorbeeld maakt dit duidelijker. Stel Nancy is tandarts. De tandartsstoel van Nancy kost € 10.000. Deze stoel wordt betaald door Nancy en Eric. Nancy en Eric scheiden na 10 jaar huwelijk. De tandartsstoel is op dat moment nog maar 1.000 euro waard. In het oude recht moest Nancy € 10.000 betalen aan de aan de gemeenschappelijke rekening. In het nieuwe recht betaalt Nancy € 1.000.
  3. Het nieuwe recht schept voor het eerst een wettelijk kader voor het cliënteel dat toebehoort aan de echtgenoot die alleen een bepaald beroep uitoefent. Het recht op dat cliënteel komt alleen toe aan de echtgenoot die dat beroep uitoefent. Met andere woorden de patiënten van Nancy zijn na echtscheiding alleen van Nancy. De waarde van het cliënteel op het moment van het einde van het huwelijk komt echter toe aan de 2 echtgenoten samen. Bij een echtscheiding zijn de patiënten voor Nancy, maar zij moet wel de waarde van dat cliënteel vergoeden aan de gemeenschappelijke rekening tussen de 2 echtgenoten.

LEVENSVERZEKERING - In het nieuwe recht wordt ook een nieuwe regeling uitgewerkt voor de individuele levensverzekeringen. De collectieve verzekeringen zouden aan bod moeten komen bij de hervorming van de pensioenen. De wetgever werkt in hypotheses. Deze worden uitgewerkt aan de hand van het voorbeeld van Eric en Nancy.

Eric gaat een levensverzekering aan terwijl hij getrouwd is met Nancy. Deze levensverzekering is in het voordeel van Eric alleen. De verzekeraar moet Eric nog niet uitbetalen bij het einde van het huwelijk. In dat geval is dat wat de verzekering zal uitbetalen (berekend op het moment van de ontbinding) aan Eric van Eric. Eric zal wel een vergoeding moeten betalen indien hij verzekeringspremies heeft betaald met gemeenschappelijk geld.

Stel dat Eric een levensverzekering had afgesloten vooraleer hij getrouwd was, dan geldt uiteindelijk min of meer hetzelfde.

Stel dat Eric een levensverzekering aangaat in zijn eigen voordeel terwijl hij getrouwd is, maar nu moet de levensverzekeraar wel uitbetalen wanneer het huwelijk wordt stopgezet door overlijden. Ook hier komt de levensverzekering toe aan Eric (of beter aan de nalatenschap van Eric). De nalatenschap van Eric moet wel een vergoeding betalen in de mate waarin de verzekeringspremies betaald werden met geld van de twee echtgenoten.

Indien Eric echter een levensverzekering aangaat in het voordeel van Nancy, dan komt deze verzekering toe aan Nancy zonder dat er een vergoeding moet betaald worden. Het is echter raadzaam om na te gaan of deze verzekering geen schenking is. Dit kan gevolgen hebben voor de nalatenschap van Eric en de belastingen.

Indien de verzekering wordt uitgekeerd tijdens het huwelijk van Eric en Nancy en indien meer dan de helft van de verzekeringspremies met gemeenschappelijk geld werd betaald, dan behoort deze verzekering toe aan de beide echtgenoten. Eric heeft recht op een vergoeding voor de premies die hij met zijn eigen geld heeft betaald.

De nieuwe wet komt ook op tegen echtgenoten die via hun vennootschap hun beroep uitoefenen en daarvan misbruik maken bij een echtscheidingsprocedure. Dit misbruik houdt in dat de echtgenoot die vennoot/bestuurder is ervoor zorgt dat hij zichzelf zo weinig mogelijk loon uitkeert. Dit beperkte loon is dan van beide echtgenoten samen. Het loon dat niet is uitgekeerd, is van de vennootschap. Op die manier kan een echtgenoot zichzelf zo weinig mogelijk loon toekennen om dan na de echtscheiding zichzelf een grote som geld cadeau te doen via zijn vennootschap. Dit strookt niet met de bedoeling van het huwelijksvermogen. Volgens die bedoeling zijn de inkomsten die een echtgenoot uit zijn beroep haalt gemeenschappelijk aan beide echtgenoten. Dus wanneer echtgenoten geen vennootschap hebben, komt het loon toe aan de beide echtgenoten, terwijl dit niet het geval is bij een vennootschap.

De nieuwe wet doet alsof de vennootschap niet bestaat. De andere echtgenoot heeft dan recht op een vergoeding die gelijk is aan het deel van de beroepsinkomsten die de hij normaal gekregen zou hebben indien er geen vennootschap was. Het heeft dus geen zin meer om een laag loon uit te keren om dan na de echtscheiding de slag thuis te halen. De nieuwe wet zegt wel dat er rekening moet gehouden worden met het voordeel (bijvoorbeeld op het vlak van de belastingen) dat het gebruik van een vennootschap met zich meebrengt. Dat voordeel wordt afgetrokken van het bedrag dat de echtgenoten normaal zouden krijgen.

Bvb. Eric heeft een vennootschap. Eric zou zichzelf normaal een loon van 4.000 euro/maand uitkeren. Het gaat al een tijdje niet meer goed tussen Eric en Nancy hij besluit om nog maar 1.500 euro/maand aan zichzelf uit te keren. Enkele maanden verstrijken en het komt effectief tot een echtscheiding. Eric heeft via zijn sluwheid een bedrag van € 20.000 uit de gemeenschappelijke rekening weten te houden. Door de nieuwe wet komt die € 20.000 toch in de gemeenschappelijke rekening terecht. Het gebruik van een vennootschap heeft over de vele jaren huwelijk heen echter een belastingvoordeel opgeleverd van € 5.000. Dat voordeel is wel aan de gemeenschappelijke rekening toegekomen aangezien de gemeenschappelijke rekening ook voordeel heeft gehaald uit de manier van werken via een vennootschap. De gemeenschappelijke rekening heeft over de jaren heen immers € 5.000 aan belastingen bespaard op een inkomen dat aan de gemeenschappelijke rekening is toegekomen. Er moet dus nog € 5.000 van de € 20.000 worden afgetrokken. Eric moet nog € 15.000 betalen aan de gemeenschappelijke rekening.

AKTE VAN INBRENG - De nieuwe huwelijksvermogenswet brengt ook een besparing mee voor aanstaande echtgenoten. Koppels die een huis kopen en dit willen inbrengen in de huwgemeenschap, kunnen dit nu eenvoudiger regelen. Vroeger was er na de koopakte voor de notaris ook een akte om het huis in de huwgemeenschap te brengen. Deze akte is natuurlijk niet gratis. De nieuwe wet zorgt ervoor dat men niet meer opnieuw naar de notaris moet. De notaris kan in de koopakte opnemen dat de gekochte woning tot de huwgemeenschap zal behoren wanneer het koppel trouwt. De akte tot inbreng is dus niet meer nodig. Deze nieuwe regel geldt alleen in het geval dat het koppel de woning aankoopt in een 50/50-verhouding. Beide partners moeten dus voor 50% eigenaar zijn van de woning. (Dit is dus een verschil met de regels van de preferentiële toewijzing van hierboven.) De vraag is of deze vereiste van een 50/50-verhouding niet strijdig is met de Grondwet. Er lijkt geen redelijke verantwoording te zijn waarom een koppel die een woning aankoopt in een 50/50-verhouding wel een voordeel zou mogen hebben dat een koppel dat de woning aankoopt in een 49/51-verhouding niet zou mogen hebben. Dit doet vermoeden dat er hier sprake is van discriminatie.

De regels zijn ook van toepassing op huwelijken voor 1 september 2018. De regels zijn echter pas van toepassing op levensverzekeringen die een echtgenoot aangaat na 1 september 2018.

Het stelsel van scheiding van goederen

MOGELIJKHEID TOT VERZACHTING - De nieuwe wet wil duidelijk de solidariteit bij het stelsel van scheiding van goederen promoten. De wet wil scenario’s vermijden waarbij de financieel sterke echtgenoot zijn financieel zwakke echtgenoot met niets achterlaat. Daarom moet iedere notaris die een huwelijkscontact laat passeren zijn cliënten informeren op mogelijke verzachtingen op het stelsel van scheiding van goederen. Doet de notaris dit niet, dan is hij/zij aansprakelijk. De wetgever is nog niet zo ver gegaan om een verzachting op de scheiding van goederen te verplichten. Echtgenoten hebben nog steeds de keuze.

Naast een opsomming van mogelijke verzachtingen heeft de wetgever ook zelf een uitgebreid en optioneel systeem van verzachting uitgewerkt waarbij er zal gekeken worden naar wat een echtgenoot heeft op het moment van het huwelijk en naar wat men heeft op het einde van het huwelijk. De wet zal in bepaalde gevallen correcties aanbrengen. Bijvoorbeeld iemand die zijn geld verspilt, zal geacht worden meer geld te hebben dan hij werkelijk heeft. Op het einde wordt het verschil in vermogen tussen deze twee momenten van elkaar afgetrokken. Voor iedere echtgenoot komt men dan een bepaald bedrag uit. Deze twee bedragen worden dan met elkaar verrekend.

Eric heeft aan het begin van zijn huwelijk 500. Op het einde van zijn huwelijk heeft hij 300. Eric heeft echter 400 verspild. Eric wordt geacht 700 te hebben. Eric wordt geacht 200 meer te hebben dan bij de start van het huwelijk.

Nancy heeft aan het begin van haar huwelijk 100. Op het einde heeft zij 150. Nancy wordt geacht 50 meer te hebben dan bij de start van het huwelijk.

Wanneer Eric en Nancy scheiden heeft Nancy recht op een vergoeding van 150 (200-50)/2 (haar deel van wat er samen is opgebouwd aan vermogen) = 75

De verrekening is echter gelimiteerd: een echtgenoot moet in dit vrijwillig gekozen systeem nooit meer betalen dan de helft van wat hij tijdens het huwelijk heeft opgebouwd, tenzij de echtgenoten dit uitdrukkelijk kiezen.

Eric heeft aan het begin van het huwelijk 500. Door een faillissement heeft Eric op het einde van het huwelijk -100.

Nancy heeft aan het begin van haar huwelijk 100. Nancy heeft op het einde van haar huwelijk 150.

Nancy moet volgens de gekozen solidariteitsregeling maximum 25 betalen aan Eric: (150-100) /2 ofwel de vermogensopbouw/ 2 (het aandeel van iedere echtgenoot).

Koppels die kiezen voor dit systeem kunnen dit systeem vrij aanpassen.

De nieuwe wet laat ook toe dat echtgenoten voorzien in een andere vorm van solidariteit. Deze solidariteit wordt opgenomen in het huwelijkscontract. Bij echtscheiding kan een echtgenoot aan de familierechtbank vragen dat zij een vergoeding krijgt van de andere echtgenoten indien de eisende echtgenoot aantoont dat er sedert het sluiten van het huwelijkscontract van scheiding van goederen onvoorziene en ongunstige gewijzigde omstandigheden zijn waardoor de scheiding van goederen leidt tot een manifeste onrechtvaardigheid. Die vergoeding mag maximum 1/3e zijn van het vermogen dat door de echtgenoten gezamenlijk werd opgebouwd (bijvoorbeeld inkomen uit arbeid wordt beschouwd als een vorm van gemeenschappelijke vermogensopbouw). Het gaat opnieuw over een vorm van solidariteit waarvoor de echtgenoten moeten kiezen in hun huwelijkscontract. De notaris moet zijn cliënten hierover voldoende informeren wanneer zij bij hem langsgaan voor hun huwelijkscontract. Doet hij dit niet, dan is hij/zij aansprakelijk.

Deze regels zijn van toepassing op huwelijkscontracten vanaf 1 september 2018.